En toen werd alles zwart, nog donkerder dan zwart. Dieper, intenser.
Een sluier van ongeloof valt over ons. Een sluier, die samen met dat zwarte gevoel ons diep raakt. Een sluier die niet zomaar kan worden weggehaald maar permanent over ons zal hangen en ons verbiedt onze eigen schaduw te zien. Het enige wat gezien kan worden is zwart, niks.
Hunkeren naar iets wat niet meer is en nooit meer zal zijn. Dubbel uitgehold en moe geslapen. Een toestand die zweeft over het continuüm van bewustzijn, helt nu over naar een soort comateuze toestand.
Het begin van een titelloos boek.
Samen met u verloor ik mijn grip op de wereld.