Adama’s Wolken

Haar ogen waren donkerblauw. Iets klopte niet. Ik sprak met haar een onbekende taal en leek het toch te begrijpen als me eigen. Mijn lichaam bestaat niet meer. Ik begin mij af te vragen of ik uberhaupt wel heb bestaan. Wat heb ik met mijn leven gedaan vraag ik haar. Een golf van bedroefdheid. Wil je terug? Nee zei ik. Een zwevend hoopje vedriet. Nu weet ik eindelijk waar regen vandaan komt.