de wind speelt met het blad
van de grote eik
net wat regen gehad
hij voelt zich rijk
de zon kust zijn bladeren
de wind streelt zijn stam
naast zijn oude vaderen
was hij de laatste die kwam
zachtjes beweegt hij zijn takken
een beetje op en neer
lachend naar de vrouw op hakken
ja hij is een echt heer
al jaren staat hij daar
op de hoek van de laan
zijn takken uit elkaar
hij blijft daar zomaar staan
een kind dat met zijn eikels speelt
een klein hondje dat plast
geen moment dat hij zich verveelt
en blij dat de regen hem wast
soms als het dan gaat stormen
en hij dan zachtjes kreunt
er grote wolken vormen
hij een klein beetje voorover leunt
als dan zijn blaadjes vallen
zijn takken stukgaan op de straat
de grote druppels vallen
het blad zijn tak verlaat
hij kijkt dan naar zijn vaderen
die nog krommer staan
met nog minder bladeren
kijken hem glimlachend aan
er zullen nog veel stormen komen
maar je bent sterk mijn kleine eik
wij zijn grote bomen
in het grote bomenrijk
je takken groeien snel weer aan
dan kan je weer dansen op de wind
wij gaan niet bij jou vandaan
je bent ons sterke kind
de volgende dag danste de eik
op muziek van de wind
hij voelde zich rijk
en erg bemind.