“Ik maakte toch nooit zo’n kabaal?”
Maar mam negeerde me
Aan haar borst hing dat mormel; klein en kaal
Voor spelletjes had ze ‘even geen tijd’
Maar voor haar wel
Voor haar kan het altijd
Zelfs op mijn verjaardag begon zij te krijsen
Iedereen was mij vergeten
Want de nieuwe moet de aandacht opeisen
“Ik zal morgen met je spelen, is dat goed?”
Maar morgen ben je moe van je werk
En wat als je hoofd weer pijn doet?
Je noemt me jaloers; stopt me op de gang
Dan zorg ik wel voor mezelf
Ik ben niet bang!
Met Thomas kan ik weg van hier
Want hij woont op zichzelf
Met vrienden, wiet en bier
Goh, nu besta ik opeens wel?
Rot toch op
Dan vind je me maar een del
Zo had je het niet bedoelt?
Ga maar janken, ja
Weet jij ook eens hoe het voelt