Je zegt je kent me. Maar ik zie aan jouw ogen: dat is niet waar. Je hebt ‘m bedrogen. Je zegt sorry. Maar ik weet; je doet het zo weer. Zie je niet wat je doet.
En je zegt ik laat je niet door het slijk gaan. Maar stil doe je het toch. Wat is nu echt. Kan ik je nog geloven. Ach het maakt niet uit. Ik geef je steeds opnieuw een kans.
Ik voel hoe ik weg zak. Hoe de grond onder mijn voeten verdwijnt.
Wat is nou echt en wat is de waarheid. Wat is nou nep, wat is de leugen. Hoe moet ik je zeggen dat je de ander zwart maakt. Als jij niet naar me luistert. Al wat ik tegen je zeg heeft toch geen zin. Je slaat het toch in de wind. En je breekt me keer op keer op keer. Hoe hou ik het vol.
En ik verbaas me telkens over hoe het in de wereld gaat. En ik vraag me telkens af; ben jij die vriend, ben jij nou die vriendin. Die zegt voor jou zal ik door het vuur gaan. Je bent mijn bff. En ondertussen breek je me opnieuw en nieuw en opnieuw. Hoe ik het uit. Je doet het telkens weer.
Is er iemand die mijn onzichtbare tranen ziet. Is er iemand die mijn hart kan doorgronden. Is er iemand die een gebroken ziel kan zien.
Is er iemand die echt van me houdt, meer geeft dan de liefde van de aarde. Gebroken in de stilte. Hoe hou ik het vol.
Gebroken in de stilte. Is er iemand die mijn gebroken tranen ziet in de stilte?