‘Ik was vastberaden om even goed te worden als de mensen die ik bewonderde’
Loren Brouwers (1991) won de YoungPoets-wedstrijd rondom het thema ‘nieuw’ met haar gedicht ‘Want ik kan altijd weer opnieuw‘. Een interview met de winnares.
– Wat doet het winnen van deze poëzieprijs met je?
Het is altijd leuk om een prijs te winnen. Wedstrijden zijn voor mij ook een test om te kijken hoe ver ik kan komen. Die test wordt groter naarmate er meer deelnemers aan mee doen. Daarnaast kan het goed zijn voor publiciteit en als aanvulling op mijn cv. Vooral het winnen van Write Now Den Bosch in 2011 heeft veel publiciteit opgeleverd.
– Welke dichters bewonder je, waarom?
Ik ben mij meer gaan interesseren voor poëzie na het lezen van de essaybundel ‘het mechaniek van ontroering’ door Rutger Kopland. Ik houd erg van zijn werk en hij is dan ook een inspiratiebron voor mij geweest. Ik ben net begonnen in ‘De eerste letter’, de nieuwe bundel van Lieke Marsman. Ik vind haar gedichten prachtig.
– Wanneer deed je voor het eerst mee aan een dichtwedstrijd?
Ik deed voor het eerst mee aan een dichtwedstrijd toen ik zestien was. Ik had wat gedichten laten slingeren op de keukentafel. Mijn vader zag ze en zei: ‘Hier moet je wat mee doen’. Dus dat deed ik. Toen ik begon kwam ik af en toe door een voorronde, maar ik won nog geen prijzen. Ik vond mezelf nog niet heel goed, toch was ik vastberaden om even goed te worden als de mensen die ik bewonderde. Mijn tip is dan ook: ‘Ben kritisch en eerlijk naar jezelf, maar geef niet op’. Het helpt ook om met anderen over poëzie te praten en veel te lezen.
– Je won onlangs ook andere poëzieprijzen en treedt geregeld op. Hoe verklaar je deze positieve flow?
Ik ben al bezig vanaf mijn 16de en eigenlijk is het altijd een beetje uit zichzelf gegaan. Een paar dingen geven extra duwtjes, zoals het dichterscollectief waar ik anderhalf jaar in heb gezeten, dit zorgde voor een groter netwerk en meer optredens en het winnen van Write now in 2011.
Ook het meedoen aan poetryslams en wedstrijden kan een extra duwtje geven. De laatste tijd word ik wel wat meer gevraagd voor optredens, maar dat kan ook toeval zijn. Ik zie overal om mij heen jonge dichters die in een sneltreinvaart richting debuut gaan, dus ik hoop dat ik ook ergens in die trein zit. Ik heb zelf overigens niet het idee dat mijn werk de laatste jaren veel vooruit gaat. Het is allemaal nog veel experimenteren.
Ik ben begonnen met mooie kale taal maar weinig inhoud en ik ben nu een beetje overgestapt naar (iets te) volle gedichten met veel meer inhoud. Het blijft dat zoeken naar balans.
– Wat zijn jouw plannen voor de toekomst?
Ik heb zeker plannen voor mijn ‘literaire toekomst’, maar het allerbelangrijkst is dat ik niets overhaast. Ik heb nog ontzettend veel te leren, te schrijven en te zweten op literair gebied. Het lijkt me leuk om cursussen en workshops te geven over poëzie en als ik er klaar voor ben wil een bundel uitgeven. Ik heb al een uitgeverij in gedachte, maar het kan nog jaren duren voordat ik een poging waag.
Momenteel ben ik meer bezig met optreden dan met schrijven. De komende tijd wil ik me goed voorbereiden op de halve finale van het NK Poetryslam in 2015, meer gaan schrijven en meer inzenden naar literaire tijdschriften. Ik heb nog een kleine droom: een keer optreden op Lowlands.
– Als winnares van deze wedstrijd mag je naar de Dag van de Poëzie in Landgraaf, waar ook Anne Vegter optreedt. Kun je je iets voorstellen bij haar rol als Dichter des Vaderlands? Hoe lijkt je dat; die rol te moeten vervullen?
Ik ben wel benieuwd hoe het is om zo vaak op opdracht te schrijven. Ook zou ik willen weten wat er is veranderd in haar leven sinds haar benoeming en of ze door haar bekendheid veel negatieve kritiek te voortduren krijgt. Ik weet dat stadsdichters veel op opdracht schrijven en een belangrijke taak hebben om poëzie aan de gewone man te krijgen. Dit lijkt me een beperking in het schrijven, maar daarnaast een erg mooie taak.
