Mijn hakken tikken haastig op de stoep
Lege koffiebeker met rode lippenstift in de hand
In de etalages weerkaatst het beeld van wulpse studenten
Vaders met kinderen en mijn afwezige gezicht
Jij en al je gedichten zitten klem in mijn hoofd
Gevallen in de schoot van een dichter
De lief van een andere vrouw
Vastgeroest in sleur
De tegels bedekt met doorweekte herfstbladeren
Gure wind waait langs mijn ongeschoren benen
Half verscholen onder burgundy jas van wol
Ik en al mijn gedichten zitten klem
Gevallen in de schoot van een dichter
