kwintessens

Terwijl het eten
(waar ik overigens drie uur aan heb gewerkt)
in tien minuten wordt verorberd,
en je ogen me aanvallen met meedogenloze kwelling,
bedenk ik me hoeveel ik van je hou.
Eens geloofde ik in de liefde,
geloofde zo vast dat ik dacht dat het
tegen de koude ochtend-keukenvloer bestand was.
En hoe ik ook probeer met bloemen en oranje shirts,
de kleur van je hart blijft grouw,
je ogen zeggen niets meer,
en ik voel dat ik nooit meer thuís komen kan.
En of het nou groot of klein is, van goud of van steen
(bedankt Becel)
neem m’n hart, verdrink het in je vijver,
en schreeuw, beuk, hamer, gesel
huil en stamp zolang je nodig hebt,
ik overleef het wel.
Heksen blijven namelijk drijven.