Ik heb de lippen van mijn moeder
die boven in het hemelbed resideert
ze reciteert uit een verguld dagboek
met verdacht scherpe randen.
Met die lippen kan ik gloeien en snijden
door de koude met gezichten van wel- en onbehagen
als hyperboreanen op wereldreis.
Er niet zijn maakt een god.
Ik ben over onderweg op zoek
naar mijn apotheose.