Opnieuw beginnen

Of ik je zou missen, vroeg je me. Ik weet niet goed wat missen is, wilde ik antwoorden. Gewoon om de waarheid onder ons te houden. Of om niet te hoeven denken aan die keren dat ik ooit miste. Maar ik kan zo moeilijk liegen en ik heb mezelf ook bezworen dat niet meer te doen, niet in situaties als deze. Dus ik stamelde er zo’n beetje overheen. Het voelde als klimmen over een hek; moeizaam en dan ineens plof aan de andere kant in het gras. Antwoord gevend op vragen die niet gesteld waren, maar ondertussen van binnen barsten.

Natuurlijk ga ik je missen. Ik kan niet anders dan van je houden, ik kan niet anders dan blijven denken, het is zo mooi. Geweest. Het missen komt als mist, sluimerend doch allesomvattend. Maar weet je, ik ga naar een plek waar de zon schijnt, zo hard dat de mist niet anders kan dan oprukken. Naar haar flarden zal ik zwaaien.