Fran Hoebergen is in de zomer van 2016 afgestudeerd als Beeldend Kunstenaar bij MaFAD in Maastricht. In zijn praktijk werkt hij veel met performances, installaties en geluid. Taal speelt hierbij een grote rol.
Gedachtes die hij tijdens het werken krijgt of ideeën die hem ’s nachts te binnen schieten schrijft hij op. Hieruit ontstaan mijmeringen en gedichten over mensen, dingen en dieren, van dagelijkse handelingen tot zware reflecties over het bestaan.
Fran over zijn werk:
“In essentie gaat het maken van werk voor mij altijd over een exploratie van vrijheden. Niet enkel vrijheden van mensen, maar ook van dieren, planten, genres, symbolen, iconen, goederen en andere dingen. Ik fantaseer bijvoorbeeld over hoe dingen zich verhouden tot hun eigen vrijheid en die van een ander. Dan beeld ik mij in dat ik de persoon of ding op dat moment zelf ben en worstel met het zijn van dat ding in het hedendaagse. Wat voor onzekerheden heb ik als ik een televisietoestel ben? Ben ik tevreden met mijn reputatie of worstel ik met schuldgevoelens? Uiteraard sijpelt in de manier waarop ik de dingen uitdruk altijd nog mijn eigen kijk op de wereld door, maar het is een leuk en komisch toneelspel waarin alle mogelijk denkbare dingen een rol kunnen spelen.”
Postbodepoëzie
Ting ting,
De geautomatiseerde bel van de ijskoman gonst dof door de regen en ik snijd mijn vingers aan een verzonken brievenbus met terugvering.
Drie honden rennen mij blaffend achterna maar zodra ik van hun erf af ben draaien zij zich vanzelf om en zoeken een buxus om tegen te zeiken.
Het afgebroken plastic oortje van de gesloten koptelefoon zit met elastiek aan de metalen beugel vast geconstrueerd. Gratis gekregen bij een tweedehands walkman toen hij nog niet stuk was.
In het huis waar twee mensen zijn afgerekend zitten nu vliegen op de ramen.
Een vuilniswagen is beland in de greppel en valt bijna op zijn kant.
Ik bel aan mijn fietsbel en zwaai altijd naar de schapen, maar toch rennen ze bang weg.
Een Duitse herder staat achter het hek te kwispelen met een bal in zijn mond, maar een hond die je niet kent kun je maar beter niet aaien.