Tradities

Witte sneeuw bedekte de kale bomen en voorzag ze van koele kleding. Ondanks de kille kou, heerste er een warme sfeer. Een warme sfeer. Deze was niet enkel in de mensen te bemerken, maar ook in alle huizen en in de buitenlucht. Een onzichtbare aura die de hele wereld wel leek te overkoepelen.
Lichtjes twinkelden lief in de verte waarbij ze iedereen toelachten die ze bekeek. Helder staken ze af tegen de zwarte nacht. Kerstbomen die als kers op de taart een manifestatie waren van het geluk van de mensen. Drukte, gebabbel en bevroren watertjes die als glitters overal om je heen vielen.

Maar ergens in de verte. Ergens in de verte was er iets heel anders aan de hand. Een eenzaam meisje dat alleen in haar hut voor een matige haardvuur nietsziend zat te staren. Een vuur dat roodgeel brandde alsof het aan het pijnigen was; met blauw aan de tipjes van de vlammen, alsof het vuur huilde. De van pijn en verdriet doordrongen gloed van het vuur bereikte het meisje. Ze sloot haar ogen en liet de gloed haar overstromen. Het drong door tot diep in haar hart en ontdooide herinneringen die een wedergeboorte namen in haar ziel. Ze kwamen als harde stoten die gewelddadig tegen haar inbeukten en haar de adem benamen.
Aisha zat al ineen gekrompen, maar maakte zich nu nog kleiner, alsof ze wilde voorkomen dat de schrijnende en zware herinneringen haar uit elkaar zouden doen barsten. Na een paar minuten en een diepe, zeer diepe ademteug sloot ze haar ogen. Als levensechte beelden werden de herinneringen voor haar afgespeeld.
Een vader, een moeder, twee broers, een zus en een zusje. Kleurrijke kleding, heerlijk ruikend eten en een glimlach op een ieders gezicht, breed en oprecht. De broer die het zusje achterna rende, dat nog maar een peuter was en gilde van plezier. Gebabbel en geknuffel.
Wat er ook gebeurde, deze traditie zou nooit verloren gaan.
Familie <3
Samen, door dik en dun, door makkelijke en moeilijke tijden. Altijd. Nooit zouden ze van elkaar scheiden.
Aisha besefte dit heel goed, ook al was zij niet als baby bij deze lieftallige familie geboren, maar was ze als een precieuze gift op een leeftijd van elf winters oud aan deze familie toegevoegd. De schrijnende eenzaamheid van de jaren ervoor was allang vergeten en weggestopt.

Aisha opende haar ogen en keerde terug naar de werkelijkheid. Ze draaide haar hoofd en keek naar buiten via het raam. Dwarrelende sneeuwvlokjes en daarachter vijf graven. Vijf graven.
Aisha’s gezicht vertrok tot een masker van onverdunde rouw en een eenzame traan, bijna net zo eenzaam als zijzelf, biggelde over haar satijnen wangen.
De klok tikte door en nietsziend staarde Aisha weer naar het vuur, terwijl de stilte om haar heen haar folterde. Zoals elke dag.

Jaren was ze alleen geweest. Maar toen kreeg ze een familie… en werd die haar weer ontnomen. Haar spirituele traditie van eenzaamheid was verloren gegaan aan de warme traditie van het familie zijn.