trek me omhoog

Je voelt de wind door je haar.
De regendruppels hoor je als donderslagen op de stenen van de keiharde straat vallen. Je kleren zijn doorweekt. En je regenpak is gescheurd. Je snelle fiets is door de genadeloze wind uit je handen weggerukt. Je verstand staat op nul en je loopt. Dwars door de storm.

Koud is je gezicht. Klam zijn je handen. En je hoort alleen het klapperen van je eigen tanden. Je zal eigenlijk moeten schuilen. Maar wilt verder. En luistert niet naar wat de anderen tegen je zegen.

Je gaat eigen weg en je smijt met geld. Je gokt er op los. En wilt alleen maar meer. Op zoek naar iets wat je daar nooit zal vinden. En wat je ook probeert het maakt toch niks uit. Het is nu toch te laat. Je vergooide totaal zowat je hele leven. Maar hoe dan ook alles op nul. Niet denken maar gaan.

Maar nu loop je daar in versleten kleren. Onder de blauwe plekken. Rillend van de kou. En van de mensen waarvan je dacht dat ze om je gaven. Hielden alleen maar van je goud. En doen de deuren dicht vlak voor je gezicht. En maar lopen

Je roept, schreeuwt, snauwt, huilt, gilt. Verliest de controle over alles. Je kan niet recht staan. En je kruipt over grond. En je breekt. Je gedachten staan eventjes. En je sluit je ogen. En denkt ik heb het verknald. Grijp me vast laat me niet gaan. Hoe dan ook je bent te zwak. Om veder te gaan alleen.

En je hart roept laat me niet alleen. En je ziel die huilt stil. Je bent verdwaald. Geen mens om je heen. Hoe hard je ook schreeuwt je bent alleen. Er is helemaal niks.

En roept het uit. Van de pijn. En de bliksem valt als donder slag. Als maar dreunt in je oren. En je kijkt plots naar omhoog. En je voelt je hart sneller slaan. En strekt met moeite je armen uit. En roept luidkeels. Pappa vader abba trek mij omhoog. VADER TREK MIJ OMHOOG trek mij omhoog.