Tweede kerstdag met de familie hij is erg
groot ik weet nog steeds de naam
van mijn oom niet wat mijn nicht nu studeert
mijn broer heeft honger zegt weinig
het eten is klein en duur we denken
aan frietjes met en kaassoufflés ik zeg
het gaat goed en met jou en niemand zegt van niet
en wel het is mooi weer
als het regent is het binnen
ter hoogte van de knie of elleboog misschien
we zeggen dat het warm is voor december ik denk
misschien vriest het wel bij mijn navel
vijf februari draag ik wanten daar twee paar sokken
praten we over een Elfstedentocht die niet
komt ik neem een glas wijn mijn oom houdt
een speech iedereen klapt zacht mijn broer zegt
ik heb honger
Vijf februari
0